Wij houden van actieve vakanties en lieten ons ook toen de kinderen kleiner waren niet teveel beperken door onmogelijkheden. In het najaar van 2002 schreef ik hierover op verzoek een stukje in ons personeelsblad (links en foto’s van later datum):
MET HET HELE GEZIN DE BERGEN IN
door Aafke Prinsen
Eén blik op mijn bureau was blijkbaar voldoende. De foto van mijn gezin op de mountainbike, hoog in de bergen van Tirol, maakte duidelijk dat ík degene was die het artikel over actieve vrijetijdsbesteding moest aanleveren. OK, bij deze! Eerst even voorstellen. Mijn gezin bestaat naast mijzelf (35, adviseur CWI) uit echtgenoot Hank (36, communicatieadviseur, schaatser, skiër, watersporter, fietser enzovoorts), zoon Mark (8, o.a. schaatser, skiër, voetballer en zeiler) en dochter Anke (5, in bezit van zwemdiploma A, skister en verder een onverbeterlijke springkikker en klim-aap).
Zomer in de Alpen
Ook de zomer van 2002 reden we naar Oostenrijk. Sinds ik Hank in ’86 leerde kennen, heb ik bijna elke winter geskied. Bijna elke winter, want één keer was ik behoorlijk zwanger en één keer net bevallen.
Mark ging voor het eerst op skiles toen hij drie was. Na een week skiede hij al achter ons aan vanaf de Stubai-gletscher het dal in. Anke is op haar vierde begonnen. Steinach am Brenner is ons vaste adres. Het is er gemoedelijk en wij kunnen er prima uit de voeten. Soms wijken we een dagje uit naar een groter skigebied. Maar zeker met kinderen is Steinach ideaal.
Een paar jaar geleden zijn we voor het eerst in de zomer naar ons skigebied gegaan. We wilden graag eens zien hoe het er ’s zomers is. In één woord prachtig, zo bleek. In no time hadden we allebei bergschoenen gekocht. Mark ging mee in de rugdrager, Anke zat veilig in mijn buik. Hele dagtochten langs bergtoppen wisselden we af met een dagje Innsbruck, Italië, een middag zwembad of zoiets. Om de paar dagen ging Hank een dagdeel mountainbiken. We hielpen wel eens hooien bij Franz, inmiddels een goede vriend van ons. Hij was zo’n dertig jaar geleden Hank’s eerste skileraar, en daarna nog een paar keer. In de zomer logeren we in een appartement in zijn boerderij te Nösslach, vlakbij Steinach, maar dan hoger in de bergen.
De rugdrager werd in de loop der jaren steeds minder gebruikt. De kinderen konden en wilden steeds meer zelf lopen. Inmiddels is hij verkocht. Meestal kopen we Mark en Anke in Steinach een paar nieuwe bergschoenen, waarmee ze dan in Nederland ook nog een hele winter verder kunnen. Ze lopen gerust 8 uur door de bergen. Dat is natuurlijk inclusief voldoende pauzes en volop gelegenheid om bloemetjes te plukken, bosaardbeitjes te snoepen, stenen te zoeken, bij beekjes te spetteren, een vlindertje te bekijken en dat soort dingen.
Een paar jaar geleden kwamen we op de zolder van Franz een kleine mountainbike tegen. De buurvrouw had deze te koop staan, en zo ging hij met ons mee terug naar Wanneperveen.
Een jaar later maakte het fietsje de reis in omgekeerde richting en maakte Hank met Mark een paar lichte tochtjes door het dal. Ik had mijn fiets toen niet mee. Een jaar eerder was het me niet erg bevallen, op mijn normale fiets de bergen in. Hank en Franz dachten dat het me op een mountainbike best zou meevallen. Ik mocht van Franz rustig zijn mountainbike een keer proberen. Ik wilde het toch een kans geven. Een dag later haalde Hank de fiets, die al jaren in het melkhok had gestaan, tevoorschijn en ik ging op pad. Helaas was de band lek. Toen Franz thuis kwam, bleek dat hij een andere fiets bedoeld had. Hij haalde een prachtige nieuwe Scott tevoorschijn. Die reed best lekker. Ik mocht van Franz zijn oude mountainbike wel hebben. Hij wilde er niets voor hebben, maar dat hebben we wel anders opgelost. De fiets ging mee naar Nederland, waar Hank hem opknapte.
Eeuwige Roem
Zo ging ik niet alleen skeeleren, maar ook fietsen door onze mooie omgeving. Ik vond dat fietsen best wel leuk, zeker nadat ik de oudjaarstocht van de Wanneperveniger fietsclub meereed. Over de besneeuwde heide rond Havelte, dwars door zand en plassen.
Toen ERPS (Eeuwige Roem Per Seizoen) dit jaar op de dinsdagavond ook met een minder snelle groep begon, ben ik lid geworden. Ik kocht een gebruikt racefietsje en heb die voor mij op maat laten maken.
Nu ik soms wel 65 kilometer op zo’n avondje wegtrapte, durfde ik opnieuw de uitdaging van de bergen aan. Ik liet dus ook Franz’ oude mountainbike beter op maat maken.
Hank kwam ondertussen thuis met een “aanhangfiets”. Anders zouden we in Oostenrijk nooit met zijn allen tegelijk kunnen fietsen, meende hij. Omdat Mark’s fiets hem inmiddels ook te klein werd, verwenden we hem vlak voor onze vakantie met een nieuwe mountainbike.
Een actieve vakantie
Met drie fietsen achterop en de aanhangfiets dubbel geklapt achterin, vertrokken we eind juli weer naar Tirol. Na een wat vlakkere tocht, een dagje bergwandelen en een middagje zwembad, werd het tijd voor het “grotere werk”.
Lokale kennissen moesten er zelf niet aan denken, maar wij fietsten mét twee kinderen vanuit Trins de Blaser op. Over een afstand van ongeveer 9 kilometer stegen we (tot 18%, je bent blij als je dan 3 of 4 km/u haalt) van ca. 1100 meter tot ca. 2200 meter. Boven was ik total-loss, maar door rust, uitzicht, Kaiserschmarrn en de ontdekking van edelweiss was dat zo over. Naar beneden ging makkelijker trouwens! Men kon helemaal niet geloven wat we een paar dagen later presteerden. Vanaf de Brennerpas Italië in fietsen, dan ongeveer 12 kilometer de oude Militärstrasse omhoog (tot ca. 17%), over de Sandjoch (2165 m.) weer Oostenrijk in. Eerst drie kwartier met de fiets aan de hand, toen verder omlaag fietsen naar Obernberg en weer naar de auto. Met alle bergwandelingen die we ook nog maakten, o.a. vanuit het Valsertal (1345 m.) naar de Geraer Hutte (2326 m.) vond Franz dat we thuis vast nodig aan vakantie toe zouden zijn. Franz heeft overigens zelf ook nog een ochtend met ons mee gefietst. Dat was de eerste keer dat hij op zijn nieuwe Scott zat!
Wij trekken er graag actief op uit om van natuur en landschap te genieten. We zijn praktisch ingesteld en zijn (misschien daardoor?) gezegend met een stel makkelijke kinderen. Voor ons staat wel voorop dat ze het leuk moeten vinden. De grenzen van onze mogelijkheden verkennen we het liefste zelf. Zo bleek die aanhangfiets een prima oplossing om ook Anke mee te nemen. Doordat Hank haar mee moest sleuren de berg op en ik de rugzak mee droeg, kwam het niveau binnen ons gezin wat dichter bij elkaar te liggen. Met voldoende pauzes fietsten we dus met twee kinderen van 5 en 8 een alp op en hadden we prachtige dagen, al hielden onze Oostenrijkse kennissen dit niet voor mogelijk.
Een nat pak
Tot slot twee anekdotes uit onze laatste vakantie. De eerste fietsdag werden we na ca. 30 km. overvallen door een onverwacht onweer. We besloten te schuilen bij de skilift van Gries (ca. 1200 m.) tot de bui over was. Volgens een oud Tirools vrouwtje zou dat die dag niet meer gebeuren. We vonden het te gevaarlijk om de laatste vier á vijf kilometer omhoog naar Nösslach (ca. 1450 m.) in onweer te fietsen. Daarom besloot Hank om naar de boerderij van Franz te liften. Hij heeft eerst een eindje gelopen, toen een stukje bij een mevrouw achterop een scootertje gezeten en vervolgens van een Nederlander een lift gekregen naar Nösslach. Na drie kwartier kwam hij met auto en fietsendrager aanrijden. Het onweer was inmiddels over!
In de laatste week waren we vanuit Nösslach bovenlangs naar Obernberg gefietst en vandaar omhoog naar de Obernberger See. Toen Mark en Anke vanaf een rotsblok de forellen stukjes brood voerden, viel Anke (wie anders?) in het water. Ze heeft een uurtje in onderbroek en mijn windjack op het terras gezeten. In een vochtige wielerbroekje, een T-shirt van Hank en mijn windjack heeft ze het laatste stuk terug gefietst.
Volgend zomer gaan we vast weer naar Franz. Dan staat onder meer de beklimming van de Serles (2717 m.) op het programma. Mark was 6 toen hij voor het eerst boven stond. Anke was toen in Steinach aan het spelen met de kleindochter van de mensen waar we ’s winters zitten. Volgend zomer is ze 6 en durven we ook met haar deze tocht te ondernemen waar je soms langs steile afgronden loopt en op het eind met steun van staalkabels omhoog klimt. De kinderen zullen het tempo bepalen. We doen er daardoor iets langer over dan een ander maar het uitzicht zal ons net zozeer belonen en de voldoening zal des te groter zijn. Zo zie je maar dat je met een paar aanpassingen ondanks jonge kinderen actievere vakanties kunt hebben dan menigeen zich voor kan stellen.
Zie ook onze blogs over